Nieuwsbrief  nummer 37            

                                          december 2003

 

Herziening Beheers- en Inrichtingsplan Nationaal Park

Na de voorlichtings- en inspraakavonden in mei van het afgelopen jaar, is er weer het nodige gebeurd. Iedereen die belangstelling heeft vóór, of belangen ín het Nationaal Park, heeft op het nieuwe concept-Beheers- en Inrichtingsplan, kunnen reageren. Dat heeft 26 schriftelijke reacties opgeleverd.
Daar was een brief van de Biesbosch-federatie bij, maar ook een van de WV Kop van ’t Land.
Een lastig punt voor het Federatie-bestuur vormde het zg. stand-still beginsel (geen uitbreiding van het aantal ligplaatsen in jachthavens in de omgeving van de Biesbosch). In het Overlegorgaan gaan stemmen op om dit op te heffen.
Het Federatie-bestuur vindt dat iedereen die aan watersport wil doen in of om de Biesbosch, daarvoor de kans moet krijgen. Hij moet dan, als dat nodig is, ook een ligplaats voor zijn boot kunnen vinden. Maar het bestuur vindt óók dat de druk op de Biesbosch niet groter zou moeten worden. Want dat geeft dan grif aanleiding tot het treffen van nieuwe vaarbeperkingen.
Dat laatste is onaanvaardbaar, vindt het bestuur
De inhoud van de brief van de WV Kop van 't Land was specifiek gericht tegen een aantal ongewenste activiteiten, die op de Nieuwe Merwede plaats vinden en waaraan in het nieuwe BIP geen aandacht werd besteed.
Het valt op dat in het ontwerp-Beheers- en Inrichtingsplan de (water)recreatie op voorhand geen doelwit van beperkingen is geworden, afgezien dan van het plan om het varen met jetski's in het Nationaal Park te verbieden.
Omdat er over enkele onderwerpen, zoals de zonering van natuur en recreatie, niet snel overeenstemming kon worden bereikt, is door het Overlegorgaan besloten daarvoor een werkgroep in te stellen.
Het BIP kan nu worden vastgesteld door het Overlegorgaan van het Nationaal Park.

 

Werkgroep Zonering

Zonering heeft in het algemeen de bedoeling te regelen hoe activiteiten, die elkaar eigenlijk niet zo goed verdragen, toch naast elkaar kunnen bestaan. In het Nationaal Park de Biesbosch zijn dat natuur en recreatie. In het nieuwe Beheers- en Inrichtingsplan wordt daarvoor al een voorzet gegeven.
Bij de natuurgebieden wordt onderscheid gemaakt tussen natuurkerngebieden én extensieve zones.
·        
In de natuurkerngebieden krijgt de natuur alle ontwikkelingskansen en wordt verstoring door bijv. vaarroutes, zoveel mogelijk beperkt. De recreatievormen zijn zoveel mogelijk gericht op rust, stilte en natuurbeleving.
·        
In de extensieve zones wordt minder ruimte gereserveerd voor zeer rustige zones en krijgt de (water)recreatie meer kans. Het vaarroutenetwerk is er dichter en er is een diversiteit in natuurbelevingsactiviteiten.

Zoals gezegd heeft het Overlegorgaan ervoor gekozen om voor deze lastige en gevoelige klus een werkgroep in te stellen. Die club bestaat uit een voorzitter en een secretaris vanuit het Nationaal Park, 3 vertegenwoordigers uit de Gebruikersraad (natuur, waterrecreatie en gidsen) en 3 vertegenwoordigers van de beheerders/bevoegd gezag.
De Biesbosch-federatie levert de deelnemer voor de waterrecreatie. Voorwaar geen lichte taak in dit gezelschap, waar van de meesten "een groene pet op hebben".

 

Overleg met Staatsbosbeheer

In de vorige Nieuwsbrief schreven we al over het overleg met het Staatsbosbeheer.
Dat is toch niet zó verlopen als het Federatie-bestuur wel had gewild en gehoopt.
Het is een gevolg van het veranderen van de organisatiestructuur bij het district Biesbosch, bovendien gevolgd door het opduiken en weer verdwijnen van een nieuwe contactpersoon.
Het duurt dan even voor nieuwe afspraken kunnen worden gemaakt en begonnen kan worden aan het opbouwen van nieuwe relaties.
Dat is niet goed voor het behartigen van de belangen van de Biesboschwatersporters.
Maar binnenkort wordt een nieuwe start gemaakt en zullen kwestie als bijv. de kwaliteit van de strandjes en het afmeren in de Aakvlaai, weer op de agenda staan.

 

Ruimte voor de Rivier

Na de dreigende dijkdoorbraken in 1995, werd het Deltaplan Grote Rivieren geboren en binnen een termijn van een paar jaar grotendeels uitgevoerd. De veiligheid van Nederland voor wat betreft overstromingen was geregeld! Maar later bleek dat de rivierafvoeren groter zouden kunnen worden dan waarop gerekend was, dit als gevolg van klimaatveranderingen.
En iets dergelijks gold ook nog eens voor de zeespiegelrijzing en de bodemdaling.

Hieronder de getallen van de oude en de nieuwe taakstelling op een rijtje:

Opnieuw dijkverhogingen? Nee dus!
De overheid (Verkeer en Waterstaat) koos voor een andere koers: meer Ruimte voor de Rivier!
De vraag was: waar vind je die ruimte
en hoe kan die zo goed mogelijk worden benut.
Dat gaf de aanzet voor de inventarisaties: Integrale Verkenning Benedenrivieren en Ruimte voor Rijntakken. Om rekening te houden met wat er op de lange termijn nog kon gebeuren, is óók nog de zg. Spankrachtstudie uitgevoerd.
Met de 3 genoemde studies in handen én nadat stuurgroepen een keuze hadden gemaakt uit de meer dan 600 voorstellen voor deeloplossingen, heeft de Ministerraad het besluit genomen om te beginnen aan de procedure van een Planologische Kern Beslissing.
De projectorganisatie Ruimte voor de Rivier genereert nu de nodige plannen, er wordt een Maatschappelijke Kosten/Baten Analyse opgesteld en een Milieueffectrapportage uitgebracht.
Als dat allemaal op tafel ligt komt er een inspraakronde, die gepland staat voor begin 2004.
En daarna volgt nog een bezwaren-procedure. Nu is echter al bekend dat het wat later wordt.
Er staan veel én grote belangen – van bewoners, bedrijven, landbouw, recreatie en scheepvaart –  in het rivierengebied op het spel. En daarom zijn vertegenwoordigers daarvan, evenals van de gemeenten en andere overheden, in een vroeg stadium bij het proces betrokken.
Daarvoor zijn zg. ontwerpsessies bedacht.
Tijdens 4 ontwerpsessies hebben enkele tientallen "gebiedsdeskundigen" en bijna net zoveel projectdeskundigen, een aantal dagen bij elkaar gezeten. Dat gebeurt overigens langs alle rivieren in Nederland, dus ook in de driehoek Gorinchem, Heusden, Moerdijk.
Met materiaal dat de deskundigen aandroegen, is er gestoeid over de mogelijkheden van rivierverruiming. Er zijn pakketten aan maatregelen bedacht die kunnen worden ingezet om de maatgevende waterstand in Gorinchem in 2015 te verlagen met 0,80 m. Ook moest er mee worden gerekend dat de eis nog eens verzwaard zou worden tot 1,20 m. in 2050.
Daarbij kwam de gedachte dat het strategisch beter is te kiezen voor een grote ingreep (grote klap), die voldoet aan de eis voor 2015, maar ook aan de eis voor 2050.
Het is ook mogelijk om een reeks kleinere maatregelen aan elkaar te rijgen (sprokkelen).

Voorbeelden van grote klappen zijn:

 
          Voorbeelden van sprokkelmaatregelen zijn:versmallen industrieterrein Avelingen-Oost

Het eindresultaat van deze bijeenkomsten was, dat de deelnemers het er over eens waren, dat "het inzetten" van de Noordwaard én van de Overdiepse Polder, beleidsmatig de beste keuze was voor de taakstelling van 2015. Ook werd vast gesteld dat, als de taakstelling voor 2050 ook nog eens gerealiseerd zou moeten worden, die gehaald kon worden met het uitvoeren van een aantal "kleinere maatregelen".
Samengevat: eerst "een grote klap" en later zonodig "sprokkelen"
Voor de waterrecreatie in de Biesbosch biedt het voorstel om de Noordwaard weer onderdeel te maken van het riviersysteem, nieuwe kansen op uitbreiding van de vaarmogelijkheden.
In de 3 varianten voor de toekomstige inrichting van het gebied, is een vaarverbinding opgenomen tussen de Noorderklip (bij de polder Maltha) en het Steurgat (bij Werkendam).

 

Tot besluit