Nieuwsbrief
nummer 39
februari 2005
Watersportvoorziening Steurgat
Ongeveer 10
jaar geleden moesten de grenzen van het Nationaal Park de Biesbosch worden
vastgesteld. Dat ging niet zonder slag of stoot. De gemeente Werkendam en
het Hoogheemraadschap Alm en Biesbosch stonden erop dat het Steurgat buiten
het Park zou blijven.
Er werd een compromis bereikt. De grens werd gelegd op de noordpunt van het
Nerzienplaatje en afgesproken werd dat de gemeente Werkendam enkele
recreatieve voorzieningen in het Steurgat zou aanleggen. Met het maken van
die afspraak hield het echter op. Park en Gemeente vergaten de afspraak.
Maar de Biesbosch-federatie had een beter geheugen en trok een paar jaar
geleden aan de bel. En zowaar, de raderen gingen –zij het met enige moeite–
draaien. De gemeente Werkendam overlegde met Staatsbosbeheer en de Federatie
over de plaats, de afmetingen en de uitvoering van een steiger.
In het voorjaar van 2003 ging het bijna mis.
De Gemeenteraad vond de kosten van zo'n voorziening véél te hoog. Maar van
halfwerk houden ze in Werkendam óók niet.
De wethouder wist vervolgens een subsidiebron aan te boren én de raad ervan
te overtuigen dat afspraken behoren te worden nagekomen. En de raad ging om.
Eind november 2004 was het zover. De aannemer had de palen geslagen en het
steigerdek werd geplaatst. De steiger staat buiten de doorgaande vaarroute
bij polder Krijntjeswei, tegenover het Kooike. Er kunnen ca. 8 boten aan
afmeren. Het is tussen de Biesboschsluis en het Nerzienplaatje de enige
plaats waar een vaste afmeervoorziening is.
En gelet op het gebruik van de andere steigers in de Biesbosch, zoals in de
Aakvlaai en het Gat van de Kerksloot, zal het ongetwijfeld in een behoefte
voorzien.
Nu nog een paar schepen zand op de voormalige zandplaat er tegenover.
Daarmee zou dan ook in de behoefte aan een strandje zijn voorzien. Wie weet
heeft Werkendam nog wat zand liggen dat daarvoor geschikt is.
Ruimte voor de Rivier
Wie kranten leest,
televisie kijkt en watersporter is, weet zo langzamerhand wel dat ná de
dijkverbeteringsronde die volgde op het hoge water van 1995, nieuwe ingrepen
nodig zijn om nóg hogere rivierafvoeren zonder ongelukken te kunnen
verwerken.
Nu geen hogere dijken echter, maar ruimere rivieren. En zo heet dan ook het
project dat op de rails is
gezet: Ruimte voor de Rivier.
De dijken van nú zijn berekend op een Rijn-afvoer van 15.000 m3/sec. In 2015
moet er 16.000 m3 kunnen worden verwerkt en er wordt rekening mee gehouden
dat het naar 18.000 m3 gaat. Voor de Maas zijn die cijfers respectievelijk
3650, 3800 en 4600 m3/sec.
Het gevolg hiervan is een grootschalige aanpak van alle Rijntakken (Waal,
Benedenrijn, Gelderse IJssel) en van de Maas (beneden Lith).
Dat alles speelt zich af op het grondgebied van 4
provincies en 10-tallen gemeenten. De
kosten bedragen zo'n slordige 2 miljard Euro. Geen wonder dat de beslissing
hierover op nationaal niveau moet worden genomen. Net als bij de
Betuwe-route en de HSL gaat dat via een zg. Planologische Kern Beslissing
(PKB), die in 4 stappen wordt genomen.
Verder zoekt de nationale overheid draagvlak in de regio (provincie,
gemeenten, bevolking).
Wat men dáár goede oplossingen en gewenste keuzes vindt, komt te staan in
het zg. Regioadvies aan de Staatssecretaris. Dat advies is overigens
al klaar, maar nog niet openbaar gemaakt. Dat wacht tot het is aangeboden
aan de Staatssecretaris. En dat vindt eind maart as plaats.
Een besluit van de Regering over de
PKB deel 1 wordt eind 2005 verwacht.
Tussen 2000 en nu zocht al een macht aan mensen naar mogelijke oplossingen,
die in allerlei combinaties, gezamenlijk kunnen zorgen voor verlaging van de
maatgevende waterstanden.
Dijkverlegging, uiterwaardverlaging, groene rivieren, nevengeulen,
rivierbedverruiming, kribverlaging, obstakels verwijderen etc. zijn dat
soort maatregelen.
Daar zitten oplossingen tussen die veel kosten en weinig
waterstandsverlaging opleveren.
Maar ook het omgekeerde komt voor.
En heel belangrijk is ook of er in het gebied waar het om gaat, draagvlak
voor zo'n maatregel te vinden is.
Begin 2004 waren er 600 maatregelen bedacht die kunnen bijdragen aan
oplossingen. Ze zijn verzameld in het zg. Maatregelenboek. Veertig van die
maatregelen liggen in het zg. benedenrivierengebied.
Het is allang duidelijk dat het beschikbare budget aan de krappe kant is,
zodat steeds nauwkeuriger wordt bekeken wat de meest kosteneffectieve
maatregelen zijn. Daarbij wordt er óók op gelet of een oplossing nog
reservecapaciteit heeft voor ná 2015, voor de lange termijn dus.
Maatregelen voor de Korte
Termijn in de omgeving van de Biesbosch én opgenomen in het regioadvies
zijn:
lopende
projecten:
NOP*Sliedrechtse Biesbosch, NOP*Noordwaard, NOP*Zuiderklip
koploper projecten:
Overdiepse Polder, Noordwaard
kansrijk project:
Industrieterrein Avelingen
Natuurontwikkelingsproject
Nu is het Federatie-bestuur
er voortdurend op gespitst om te weten wat er in de Biesbosch en omgeving te
gebeuren staat. Je weet maar nooit! Wie had erop gerekend dat het afsluiten
van het Haringvliet in 1970, zou leiden tot kreekafsluitingen en
vaarbeperkingen?
Het kan óók zijn dat er zich nieuwe vaarmogelijkheden aandienen. Dan moet je
wél op het vinkentouw zitten.
De Federatie kreeg de kans om mee te doen in de zg. ontwerpsessies in 2003
en 2004.
Tijdens één van die sessies kwamen landbouwers met de gedachte om
–naar analogie van de Overdiepse
Polder– de Noordwaard in te zetten.
Een belangrijke voorwaarde was: snel duidelijkheid. Nu gaat het in de
Noordwaard niet alleen om landbouwers, maar ook om andere bewoners. Het
Federatie-bestuur vindt het daarom niet gepast om, in een te vroeg stadium,
de belangen van de (water)recreatie voor het voetlicht te brengen.
Echter, nu liggen al meer dan een jaar dezelfde schetsen op tafel voor de
inrichting van de Noordwaard. Daarop is een kreek ingetekend, die loopt van
de Noorderklip (Klein Malta) naar het Steurgat (Biesboschsluis) via de nog
aanwezige restanten van vroegere kreken.
Die kan worden gebruikt voor een nieuwe vaarverbinding door de Noordwaard.
Mocht het er van komen om de Noordwaard in te zetten voor Ruimte voor de
Rivier, dan heeft de overheid nu de kans om wat goed te maken.
Want goed geteld is er sinds de 60-er jaren meer dan 50 km. vaarweg voor de
watersporter verloren gegaan. Als dan de "droge" Biesbosch weer terug wordt
gegeven aan de rivier, dan moet er toch zeker weer in gevaren kunnen worden?
De Zuiderklip
De instanties, die bezig
waren met de Zuiderklip, kregen stevige tegenwind toen het bestemmingsplan
door de gemeente Drimmelen moest worden aangepast.
Alle partijen, die tijdens de planontwikkeling hun zin niet hadden gekregen,
vonden een luisterend oor bij de Drimmelense politiek.
Maar Provincie, Rijkswaterstaat, Deltanatuur, Nationaal Park en
Staatsbosbeheer wisten de Zuiderklip toch weer vlot te krijgen.
Tijdens dat proces kreeg de Federatie de kans om nog eens extra aandacht te
vragen voor de veel gebruikte wandelmogelijkheden op de dijken van de Plomp,
de Lepelaar en de Turfzakken. Die zouden komen te vervallen als gevolg van
de grote dijkopeningen. En dat is niet zonder succes gebleven. In het
convenant dat de grote "spelers" hebben getekend, is ook dáár aandacht aan
besteed.
En vervolgens is de Federatie thans weer in gesprek over de realisering van
die afspraken.
Helemaal rondlopen kan niet meer. Daarvoor worden de dijkopeningen voor het
in- en uitlaten van water te groot. Maar de gehele zuidrand van de
Zuiderklip kan via een zg. laarzenpad belopen worden. En er komen een paar
afmeervoorzieningen met een 3-uursregeling, waardoor de boot veilig kan
worden achtergelaten.
Een Aakvlaai zonder namen?
Biesboschkenners
–en veel watersporters die in de
Biesbosch rondvaren zijn dat óók– weten
feilloos aan te geven waar ze in de Biesbosch naar toe gaan, of waar ze zijn
geweest, of waar wat bijzonders te zien was. Ze kennen alle namen van
polders, kreken, rietgorzen en sluizen.
Maar voor wat nú de Aakvlaai heet, gaat dat niet op. Het was een binnendijks
landbouwgebied met een paar wegen, een paar boerderijen, na een
ruilverkaveling ontstaan uit een aantal voormalige polders.
Het is nú een watersport- en natuurgebied. En de watersporters die er naar
toe gaan hebben weer behoefte aan namen voor eilanden, kreken en kreekjes,
steigers en wat dies meer zij.
Want wat zeg je als er gevraagd wordt waar je te vinden bent?
Het Federatie-bestuur besteedde er tijd aan en zette een voorstel op papier.
De namen waren gestoeld op de namen van voormalige polders, kreken of een
riviertje. Maar het bleek dat ook anderen zich er al mee hadden bezig
gehouden, zoals de Hankse Archiefkring. Staatsbosbeheer was er mee aan de
gang gegaan en had er een eigen versie van gemaakt. Na zoveel inspan-ningen
had het Federatiebestuur er geen behoefte meer aan een eigen visie te
lanceren.
Veiligheid en toezicht
Auto's, motoren, scooters,
brommers, allemaal onmisbare en nuttige dingen zolang ze gebruikt worden
waarvoor ze bedoeld zijn. Maar pas óp als ze ingezet worden om op te vallen,
uit te dagen, te sarren of mee te dreigen. Niet veel anders gaat
het –op
het water– met speedboten, snelle
bijbootjes, waterscooters en jetski's. Hoewel nuttig…..?
Natuurbeschermers en ook natuurliefhebbers zoals watersporters vragen dan om
snelheidsbeperkingen. En de overheden reageren, gevraagd óf op voorhand.
Maar er wordt nogal eens een potje van gemaakt.
Aan snelheidsregels houden ze zich niet en ze zijn de waterpolitie
meestal te vlug af.
In het voorjaar van 2004 volgt het bericht dat de post Drimmelen van de
waterpolitie wordt opgeheven en dat het toezicht in de Biesbosch vanuit
Dordrecht zal worden uitgeoefend.
Een golf van verontwaardiging uit de hoek van Nat.Park, Recreatieschappen,
SBB en natuur-beschermers. En terecht.
Want er gebeuren méér dingen die schade, overlast en onveiligheid opleveren,
dan te hard varen.
Statenleden "stellen vragen", het Nat.Park en het Recreatieschap benaderen
de KLPD. En dan wordt het weer stil. Tót in december 2004 een bobo van de
waterpolitie in Dordrecht laat weten –via een kranteninterview– dat toezicht
in de Biesbosch eigenlijk geen taak is voor de waterpolitie en dat er ook
geen tijd meer voor is. Ander werk heeft prioriteit gekregen.
En vrijwel op hetzelfde moment neemt Rijkswaterstaat het besluit om het
varen met waterscooters op een aantal –
met name genoemde– wateren in de
Brabantse Biesbosch te verbieden.
Maar de lijst bleek niet compleet te zijn en de Dordtse en
Sliedrechtse Biesbosch leken helemáál vergeten. Het bestuur van de
Biesbosch-federatie heeft er ook een brief aan gewaagd.
Nu is dat bestuur geen voorstander van integrale verboden voor bepaalde
takken van watersport. Maar er is wél het besef dat de Biesbosch een
schitterend natuur- en vaargebied is. Daar behoren ook de watersporters zich
naar te gedragen. Jetskiers hebben daar nogal moeite mee.
Met een verbod dat moet voorkomen dat natuur en (water)recreant gevaar lopen
of hinder ondervinden, kan het Federatie-bestuur instemmen.
Overleg met Staatsbosbeheer
Ook SBB is er zo langzamerhand van overtuigd dat met extra onderhoud, in de
vorm van frezen van de strook op en boven de waterlijn, het niet te redden
valt.
Het ingenieursbureau Oranjewoud is ingeschakeld en dat heeft een onderzoek
ingesteld naar de kwaliteit van het gebruikte zand en de onderhoudsmethode.
In het rapport staat oa. de aanbeveling om op enkele stranden het aanwezige
zand te vervangen door geschikter zand. Het SBB heeft intussen ook al een
optie op zand dat vrijkomt bij werkzaamheden van Rijkswaterstaat.
Kort geleden is het rapport óók ter inzage gegeven aan het Federatie-bestuur,
een gebaar dat zeer op prijs is gesteld. Het Federatiebestuur heeft het
gevoel dat de oplossing in zicht is.
De rest van de mededelingen
In de komende maanden vinden
bij de meeste aangesloten verenigingen vergaderingen plaats waarin nieuwe
bestuursleden worden gekozen of dat er van functie wordt gewisseld.
Om de post van de Federatie op het goede adres te kunnen laten bezorgen, moet de
secretaris wél over de juiste adressen beschikken. Stuur een berichtje als er
wat verandert. Dat kan óók per e-mail.
E-mailadres:
jc.zuidweg@hccnet.nl